Veel gemeenten hanteerden in 2015 nog een traditionele manier van inkopen voor de Wmo en maakten nog niet optimaal gebruik van mogelijkheden om via de inkoopprocedure en contractvoorwaarden te sturen op doelmatige nieuwe vormen van zorg. Dat blijkt uit onderzoek dat Niels Uenk van het Public Procurement Research Centre deed in opdracht van het Centraal Planbureau. In de komende Deal! van februari beschrijft hij uitgebreid hoe Nederlandse gemeenten Wmo-begeleiding inkochten in 2015. Hij sluit het artikel af met drie trends voor 2016.
Grotere variatie (trend 1)
De verwachting is dat de variatie in contractvormen, bekostigingsvormen en productstructuren zal toenemen. Veel gemeenten zien vooral een nieuwe vorm van bekostigen (resultaatbekostiging of populatiebekostiging) als middel om transformatiedoelen te bereiken.
Samenwerkingsverbanden vallen uit elkaar (trend 2)
Er zijn veel geluiden van gemeenten die niet tevreden zijn met de huidige inkoopsamenwerking. Verschillende gemeenten hebben in 2015 zelfstandig opnieuw ingekocht of hebben aangegeven uit de samenwerking te stappen. De verwachting is dat veel grote samenwerkingsverbanden uit elkaar zullen vallen in kleinere verbanden.
Integrale inkoopbenadering (trend 3)
Een derde trend is het afbreken van de schotten tussen de financiering en inkoop van jeugdzorg, Wmo, Participatie en de overige delen van het gemeentelijk sociaal beleid. Tot nu toe kopen gemeenten bijna zonder uitzondering al deze vormen van zorg en ondersteuning apart in waardoor ze slecht op elkaar aansluiten. Veel gemeenten zien een integrale (inkoop)benadering van het hele gemeentelijk sociaal domein als stip op de horizon. In 2016 gaan ze aan de slag met het integreren van bijvoorbeeld Wmo-zorg en delen van de jeugdzorg.
Door: Niels Uenk (Deal! februari 2016).